mijn publicaties

Nederland verzaakt in mondiale rechtsorde

De Volkskrant, Forum, 6 juli 2006

Breek die muur subiet af, eiste twee jaar terug het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Israël doet niks, stellen Dries van Agt en Pieter Bekker vast.

Zondag aanstaande, op 9 juli, zal het twee jaar geleden zijn dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zich uitsprak over de scheidingsmuur die Israël bouwt op bezet Palestijns gebied. Die uitspraak liet geen spaan heel van de argumenten die Israël aanvoert om die barrière te bouwen.

Het Hof verklaarde dat het aanleggen van die muur op bezet gebied, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, in strijd is met het internationale recht. Voorts dat Israël die muur, voorzover reeds aangelegd, dadelijk moet afbreken en dat het de intussen aan Palestijnen toegebrachte schade dient te vergoeden. Tevens sprak het Hof uit dat het stichten van nederzettingen door Israël in bezet gebied een flagrante schending is van de Vierde Conventie van Genève inzake het humanitaire oorlogsrecht.

Wat is er sindsdien gebeurd?

De muur is niet ontmanteld. Integendeel, de aanleg is in hoog tempo voortgegaan. Daardoor zijn nog veel meer Palestijnen afgegrendeld van hun landerijen en boomgaarden, dus van hun broodwinning. Aldus is voor nog veel meer Palestijnen de toegang bemoeilijkt of vrijwel onmogelijk gemaakt tot scholen, ziekenhuizen, markten, familie wonend aan de andere kant van de betonnen kolos.

En de nederzettingen? In de Gazastrook zijn die ontruimd, maar op de Westoever en in Oost-Jeruzalem is het tempo van de kolonisatie verhoogd door het uitbreiden van al bestaande nederzettingen en het bouwen van nieuwe. Er zijn intussen in de andere bezette gebieden meer kolonisten bijgekomen dan er uit Gaza zijn vertrokken. Israël veegt dus de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, de rechterlijke macht van de Verenigde Naties, met een brede armzwaai van de tafel.

Pogend het verwijt af te weren dat Israël zich internationaalrechtelijk misdraagt, beweren die staat en zijn pleitbezorgers dat de uitspraak van het Hof niet bindend is. Het gaat hier immers om een Advisory Opinion. Deze redenering is niet steekhoudend. Het Hof heeft vastgesteld dat de verplichtingen, geschonden door het bouwen van de muur, voortkomen uit dwingende regels van internationaal recht waaraan geen enkele staat zich kan onttrekken.

Vandaar dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), toen deze de uitspraak van het Hof in een resolutie aanvaardde, van Israël en de andere VN-leden eiste dat zij zich zouden schikken, niet naar de uitspraak zelve van het Hof, maar naar ‘the legal obligations as mentioned in the Advisory Opinion’, dus dwingende regels van internationaal recht die onafhankelijk van de uitspraak gelding hebben.

Hoe nu verder?

Van Nederland en de andere EU-landen had men allang actie mogen verwachten. In oktober 2003 waren die het immers die in de AVVN de resolutie in stemming brachten die Israël opriep de muur op Palestijns gebied onmiddellijk te slopen en de bouw ervan te staken. Toen Israël te kennen gaf zich van deze boodschap niets aan te trekken, legde de AVVN de zaak voor aan het Hof in Den Haag.

Nadat het Hof Israël de les had gelezen, schaarde de AVVN zich in een nieuwe resolutie achter de rechterlijke uitspraak en sprak Israël aan zich dienovereenkomstig te gedragen. Die resolutie kreeg 150 stemmen tegen 6. Tot de voorstemmers behoorden Nederland, toen EU-voorzitter, en alle andere EU-landen. Israël liet aanstonds weten dat het zijn plannen onverkort zou blijven uitvoeren.

En zo ging het ook: de bezetting ging door, de kolonisatie werd zelfs geïntensiveerd, de muur werd doorgetrokken.

De EU stond erbij en keek ernaar, liet zich dus als een knaapje ringeloren. In antwoorden op Kamervragen en op brieven van bezorgde en verontwaardigde Nederlanders, liet onze minister van Buitenlandse Zaken strijk-en-zet weten dat de Nederlandse regering in gesprek is met Israël en daarvan heil verwacht. Geen sancties dus, liever blijven dialogeren. Dus ook geen opschorting van het Associatieverdrag tussen de EU en Israël, dat Israël een geprivilegieerde status geeft op de Europese markt en daardoor voor Israël heel profijtelijk is.

In de Nederlandse Grondwet staat, artikel 90: ‘De regering bevordert de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.’ Wie kan in rede volhouden dat onze regering met deze opdracht ernst maakt nu zij zich al twee jaar lang onthoudt van actie tegen een staat die – zo heeft ’s werelds hoogste rechter vastgesteld en de AVVN bevestigd – fundamentele regels van internationaal recht met voeten treedt?

Dat beleefde conversatie nul komma nul oplevert, is nu zonneklaar.

Hierbij komt nog dat Nederland zich graag erop laat voorstaan dat het de bakermat is van het internationale recht.

Wij presenteren ’s-Gravenhage als hoofdstad van het internationale recht. Want het Internationaal Gerechtshof zetelt daar, alsmede het Permanente Hof van Arbitrage en een verscheidenheid van andere instituten die internationaal recht genereren, toepassen en doceren. In het nabije verleden hebben we, naast het Joegoslavië Tribunaal, ook het Internationaal Strafhof naar de residentie Den Haag kunnen halen.

Goed zo, maar let wel: noblesse oblige. Het besmeurt ons gastheerschap en het verloochent het erfgoed van Hugo de Groot dat wij geen enkel initiatief nemen, eigenlijk geen vin verroeren, om kracht bij te zetten aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over het wangedrag van Israël in Palestina. Deze passiviteit is temeer ergerlijk aangezien we ons ook nog door Israël laten bedotten. Tot voor kort probeerde Israël de wereld nog wijs te maken dat de muur een tijdelijk bouwsel zou zijn. Deze bewering is, alleen al gelet op de miljarden investering die de bouw vergde, altijd ongeloofwaardig geweest. Naarmate de barrière verder werd doorgetrokken, werd die ongeloofwaardigheid steeds duidelijker.

Onlangs is de aap uit de mouw gekomen. Premier Olmert heeft aangekondigd binnenkort op eigen gelegenheid, dus ongeacht wat de Palestijnen ervan vinden, de definitieve grenzen van Israël te zullen vaststellen en wel op basis van het traject van de scheidingsmuur.

Israël heeft steeds beweerd de barrière alleen maar op te richten ter verdediging tegen zelfmoordaanslagen, die ontegenzeggelijk verfoeilijk zijn. Het Internationaal Gerechtshof heeft uitdrukkelijk gesteld dat Israël het recht, ja zelfs de plicht heeft zich te verdedigen tegen daden van geweld. Maar dan wel op een wijze die strookt met het internationale recht. Door de muur vrijwel volledig te plaatsen, niet op eigen grond of op de bestandsgrens, maar in bezet Palestijns gebied, heeft Israël wederrechtelijk gehandeld.

De Palestijnen is door de jaren heen voorgehouden dat ze in het conflict met de bezetter zo veel mogelijk vreedzame middelen moeten aanwenden. Door te trachten de kwestie van de muur, en wat daaraan annex is, voorgelegd te krijgen aan het VN Hof hebben zij het vreedzame middel bij uitstek ingezet.

En ziet wat daarvan nu het resultaat is. Het Hof heeft de Palestijnen in het gelijk gesteld, dat deed de AVVN ook, maar Israël trekt zich hiervan geen sikkepit aan. Daarbij wordt het gesteund door Washington en zijn dienstwillige dienaren in Europa. Nadat vrije en eerlijke verkiezingen in Palestina, op aandrang van vooral het Westen gehouden, Hamas aan de macht hebben gebracht, gebiedt het Westen op hoge toon dat het nieuwe bewind afziet van alle geweld tegen Israël. Het morele recht dat te eisen, nog wel zonder dezelfde eis te stellen aan Israël, hebben de VS en Europa verspeeld door feitelijk de uitkomst te negeren van de vreedzame poging van de Palestijnen om het geschil over de muur door de VN-rechter te laten beslechten.

Hierbij komt nog dat het Israëlische leger verder is gegaan met het plegen van buitengerechtelijke executies van Palestijnen, met het bestoken in Gaza van locaties waar zich naar vermoed wordt militanten bevinden en met andere geweldplegingen, al bij al met tientallen doden en nog veel meer verminkten onder de burgers van Gaza als gevolg.

En waarom zwijgt het Westen over de zware schendingen van het humanitaire oorlogsrecht in Gaza, bestaande uit het vernielen van een elektriciteitscentrale, met funeste gevolgen voor de toevoer van water en voor de functionering van het rioleringsstelsel?

De VN heeft de wereld gealarmeerd dat zich in Gaza een humanitaire ramp van grote proporties voltrekt. Dwars tegen het internationale recht in worden aan een bevolking van bijna anderhalf miljoen mensen collectieve straffen opgelegd, die bovendien disproportioneel zijn.

De Verenigde Staten en hun volgelingen, waaronder Nederland, hebben blijkbaar lak aan het internationale recht. Bovendien leggen zij bij het beoordelen van gedragingen van Israëli’s en van Palestijnen verschillende maatstaven aan. Aldus beschadigen zij de internationale rechtsorde in plaats van die te bevorderen. Als gastheer van het Internationaal Gerechtshof faalt Nederland deerlijk.

Dries van Agt is oud-premier en Pieter Bekker is advocaat volkenrecht in New York.